VVIA-e-nieuwsbrief
2007, nr 1
Inhoud
van deze nieuwsbrief:
|
Deze e-nieuwsbrief
wordt gratis rondgezonden aan leden en
sympathisanten van de Vlaamse Vereniging voor
Industriële Archeologie vzw.
U kunt onze werking ook steunen door lid te worden
van de vereniging.
Alle
informatie daarover vindt U op onze
website
|
Uitdagingen
voor de VVIA
Dit jaar en
komende jaren wordt een periode van grote uitdagingen voor
de VVIA.
In 2007 zullen wij langzamerhand ons nieuw centrum
operationeel maken in de voormalige elektriciteitscentrale
van Zwevegem. Onze bibliotheek en documentatiecentrum (in
totaal zo'n 30 ton boeken en tijdschriften) is intussen
reeds van verschillende plekken naar een voorlopige plek in
dit gebouw overgebracht. Er moeten nu nog een heleboel
bouwfysische, restauratie- en opruimingswerken gebeuren in
de ruimte die ons toegewezen werd voordat we - hopelijk
later dit jaar - heel het boekengewicht naar de definitieve
plek kunnen overbrengen.
In 2008 bestaat de VVIA dertig jaar. Er wordt nu al
gehersenstormd over wat we volgend jaar gaan doen om ons
derde lustrum niet ongemerkt te laten voorbij gaan - en alle
ideeën van onze leden en sympathisanten zijn uiteraard
welkom.
In 2009 is VVIA twintig jaar verbroederd met onze
Catalaanse collegae van de Associació del Museu de
la Ciència i de la Tècnica i
d´Arqueologia Industrial de Catalunya - die op haar
beurt aan de basis lag van de oprichting van E-FAITH en ook
van een hele reeks persoonlijke vriendschappen. Ook daar
willen we de nodige andacht aan besteden, met een aantal
gezamelijke activiteiten en zeker een VVIA-reis naar
Catalonië.
Omdat tijdens voorbije maanden een paar actieve medewerkers
hun activiteiten sterk moesten terugschroeven omwille van
familiale en gezondheidsredenen, zijn we nu op zoek naar
vrijwilligers die het VVIA-team willen versterken. We zoeken
zowel doeners als denkers - mensen die mee willen denken
over projecten, die kleine (of grotere) taken willen
opnemen, die via de VVIA een stukje van hun ideeën in
de praktijk willen toepassen of tot realiteit omzetten.
Ze kunnen zich gewoon aanmelden voor losse medewerker, maar
kunnen ook een effectief
lidmaatschap
opnemen - ofwel ten persoonlijke titel ofwel namens hun
vereniging.
Mocht U belangstelling hebben om een handje toe te steken,
neem dan even contact
op
Lidgeld
VVIA
is nog steeds niet gesubsidieerd door de overheid. Uw
lidgeld en Uw steun zijn daarom des te noodzakelijker om
onze projecten te kunnen waar maken, en om verder te
timmeren aan de studie, het behoud en de ontsluiting van het
industrieel en technisch erfgoed in
Vlaanderen.
Mocht U Uw lidgeld voor 2007 nog niet betaald hebben, dan
kan dat nu nog steeds - informatie, tarieven en onze
rekeningnummers vindt U op onze
website onder 'lid worden'.
Met dank !!!
Brownfields
Uit de
beslissingen van de Vlaamse Regering van vrijdag 8 december
2006:
"Op voorstel van minister Dirk Van Mechelen
Na advies van de Raad van State hecht de Vlaamse Regering
haar definitieve goedkeuring aan het ontwerpdecreet over
Brownfieldconvenanten. Vlaanderen heeft enerzijds nood aan
duurzame bedrijventerreinen en aan terreinen voor
huisvesting, recreatie, natuur, enzovoort, terwijl
anderzijds een aantal gebieden die vroeger werden gebruikt
voor industriële of commerciële doeleinden er nu
verlaten bijliggen. Die braakliggende of onderbenutte
terreinen (brownfields) hebben een potentieel voor
hergebruik, maar de herontwikkelingskosten zijn vaak
aanzienlijk, waardoor deze gronden door investeerders en
projectontwikkleaars worden genegeerd. Het voorliggende
decreet biedt nu een grondslag voor de totstandkoming van
convenanten tussen de Vlaamse Regering enerzijds en private
en/of publieke partners anderzijds die de herontwikkeling
van Brownfields tot doel hebben. Het afsluiten van
dergelijke brownfieldconvenanten met de Vlaamse overheid
biedt allerhande juridisch-administratieve en
financiële faciliteiten. Deze voordelen moeten de
ontwikkeling van Brownfieldprojecten aantrekkelijker maken
voor investeerders en projectontwikkelaars. Het
ontwerpdecreet wordt ingediend bij het Vlaams
Parlement."
Fusietraject
erfgoedsteunpunten
Minister van
Cultuur Bert Anciaux heeft beslist om tegen 1 januari 2008
beide erfgoedsteunpunten (Culturele Biografie Vlaanderen vzw
en het Vlaams Centrum voor Volkscultuur vzw) te fusioneren.
Het doel is te komen tot "één performant
steunpunt voor de hele cultureel erfgoedsector" (cit. en
sic). Begin februari werd het fusietraject opgestart.
Hiermee wordt een volgende stap gezet naar de pyramidale
structuur voor de erfgoedsector, gedacht door en ten dienste
van minister en overheid.
Voor meer informatie kan u terecht bij dit
e-mail adres
Restauratie
van een serre in Hoegaarden
De vzw
Tuinen
van Hoegaarden
ontving dit jaar de Hans
Vredeman de Vriesprijs.
De prijs ter waarde van 6000 euro wordt besteed aan de
restauratie van de neogotische 19de eeuwse druivenserre in
het Kapittelpark te Hoegaarden. De restauratie van het
ijzer- en smeedwerk zal de serre opnieuw in haar
oorspronkelijke staat herstellen en zal het uitzicht van de
hele tuin verfraaiien.
De
brokstukken van een station in Halle
In vroegere
afleveringen van de e-nieuwsbrief werd reeds ingegaan op het
'gedemonteerde' station van Halle. De Halse groendienst
maakte nu met een reeks gerecupereerde brokstukken
een
kunstwerkje op het verkeerseilandje midden op het
Possozplein.
Eerder dit jaar kregen ornamenten van het oud station ook al
een plaats op het Stationsplein in Halle. Tientallen
waardevolle ornamenten in blauwe hardsteen werden hiervoor
uitgezocht en schoon gemaakt. De ornamenten werden
gedeeltelijk in de plaats gezet van de gewone betonnen
zuiltjes die verhinderen dat wagens op het plein
rijden.
Gerardsmolen
te Wippelgem
Er is een storm
van protest losgebroken tegen de bouw van een groot
appartementsgebouw aan de oostzijde van de stenen
bergmolen van Wippelgem
(zie ook de beschrijving
in het Belgisch
Molenbestand).
Daardoor komt het windrecht van de molen in het gevaar.
De molen werd in 1986 grondig gerestaureerd en kreeg
begin
2003 nog een uitgebreide
onderhoudsbeurt.
Sedert 1994 is de molen in concessie gegeven aan de aktieve
vzw
Gerardsmolen, die
de molen regelmatig laat draaien en die instaat voor de
openstelling van het monument.
Buurtbewoners, onder leiding van Lutgard De Causmaecker, en
de molenaars verzetten zich tegen de bouwplannen en
verzamelden
reeds een goeie 500 handtekeningen tegen de
bouwplannen. Rik
De Baerdemaeker van de vzw Gerardsmolen zegt: ,,De
oostenwind is een aangename, gestage wind, zonder stoten,
wat het goed werken maakt. Omdat het gebouw in volume zal
verdubbelen en er een groot dak bijkomt, zal dat zeker
gevolgen hebben op het maalvaardig zijn. Eerst maakt de
gemeente de molen maalvaardig en laten ze die restaureren,
dan kunnen ze nu toch geen bouwvergunning afleveren? De
goede werking van één van de belangrijkste
Evergemse monumenten komt in het gedrang. (...) Een
molen die niet kan malen, is een dode molen.''
Intussen is het dorp blijkbaar in twee kampen verdeeld.
Een
aantal handelaars en uiteraard de
immobiliënpromotor
verwijten de molenliefhebbers dat zij het dorp willen
bevriezen en daardoor doen uitsterven. De bewoners van de
appartementen zien zij immers als welgekomen klanten voor
hun negocie.
Toch kwam er alvast een kink in de kabel voor de bouw van de
appartementen - niet zozeer door de petitie van de
buurtbewoners, maar doordat de officiële aanplakbrief
voor de bouwaanvraag verdween of niet geafficheerd was op de
plek waar de appartementen zouden komen.
Wie de vzw Gerardsmolen op één of andere
manier wil helpen kan per e-mail contact opnemen met de
vzw
Gerardsmolen, of
met Rik
De Baerdemaeker
Bodemonderzoek
voor de voormalige haarsnijderijen in
Lokeren
De typische nijverheid van Lokeren waren de 'haarsnijderijen',
het verwerken van (konijnen)haar voor de productie van vilt.
Hierbij werden heelwat milieuschadelijke stoffen
gebruikt.
Zopas rondde de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij
(OVAM) het oriënterend bodemonderzoek af van de
voormalige haarsnijderijen in het centrum van Lokeren. Dit
werd opgedragen bij ministerieel
besluit van 3 november 2005,
als uitvoering van het besluit van 25 augustus 2005 waarin
de « Woonzone Voormalige haarsnijderijen Lokeren »
als site wordt vastgesteld, overeenkomstig artikel 47ter van
het Bodemsaneringsdecreet. Hiermee was Lokeren
één
van de eerste steden in Vlaanderen waar een dergelijk
onderzoek opgedragen en uitgevoerd
werd.
Voor de 27 locaties in de binnenstad van Lokeren is het
oriënterend bodemonderzoek nu afgerond. Hiertoe werden
op elke locatie een aantal stalen genomen van de grond en
grondwater. De stalen werden geanalyseerd op de mogelijke
historische verontreiniging afkomstig van de
haarsnijderijen.
Voor slechts 7 locaties komt geen historische
bodemverontreiniging voor, of zijn vastgestelde
concentraties dermate klein dat verder
onderzoek niet aangewezen is. Voor deze percelen is het
bodemonderzoek afgerond en levert de OVAM eerstdaags het
bodemattest
af.
Op de 20 overige locaties is er voornamelijk
bodemverontreiniging met kwik aangetroffen. Omdat de
overschrijdingen van de
bodemsaneringsnorm veelal beperkt zijn en de
bodemverontreiniging niet aan de oppervlakte komt, dienen
geen voorzorgsmaatregelen
genomen te worden. Wel zal de OVAM hier de aangetroffen
bodemverontreiniging met behulp van bijkomende boringen
afperken en
een uitgebreide risico-analyse opstellen die duidelijkheid
zal geven over de al dan niet noodzaak van een sanering.
Voor de uitvoering van
dit beschrijvend bodemonderzoek heeft de OVAM de opdracht
gegeven aan de TV Technum-Rimeco. Het terreinwerk wordt
voorzien voor de maanden mei en juni 2007. Alle betrokken
bewoners en eigenaars zijn aangeschreven om hen van de
verdere stappen in het bodemonderzoek op de hoogte te
brengen.
Op sommige locaties komt ook kwik voor in het grondwater.
Omdat kwik eerder de neiging heeft zich vast te zetten op de
bodemdeeltjes, zijn de concentraties aan kwik in het
grondwater over het algemeen lager. Op enkele plaatsen is
kwik niet de enige parameter en komt ook verontreiniging
voor met andere zware metalen, PAK (polyaromatische
koolwaterstoffen), minerale olie en VOCl (vluchtige
organische chloorverbindingen). Op sommige locaties is de
herkomst van deze stoffen nog niet met zekerheid aangetoond.
Ook recentere bedrijvigheden kunnen hiervan aan de oorzaak
liggen. Deze verontreinigingen zijn ook vrij beperkt en er
dienen geen
voorzorgsmaatregelen voor genomen te worden.
Wie meer informatie wil, kan ook altijd terecht op de
infolijn van de OVAM op het nummer 015/284 458 of e-mailen
naar ovam@woonzones.be.
Extra informatie wordt tenslotte aangeboden op de
webstek
www.lokeren.woonzones.be.
Op deze webstek is een plan opgenomen waarop alle sites die
deel uitmaken van het woonzoneproject Voormalige
haarsnijderijen te Lokeren zijn aangegeven.
WALLONIÊ
Kolenwasserij Binche dan toch archiefbewaarplaats ???
In onze
e-nieuwsbrief van april brachten wij op basis van teksten
van het Waalse gewest een artikel over de herbestemming van
de kolenwasserij Van Binche, waarin o.m. een intermediaire
archiefbewaarplaats voor het het Algemeen Rijksarchief zou
ondergebracht worden. Een maand later moesten wij - op basis
van een rechtszetting van dr. Karel Velle, Algemeen
Rijksarchivaris - stellen "In kolenwasserij Binche dan
toch geen archiefbewaarplaats".
Zopas dwarrelde 'La
Lettre du Patrimoine'
- officiële publicatie van het Waalse Gewest - in onze
brievenbus en tot onze grote verbazing lezen we daarin (p.
21) : "Cet ancien lavoir à charbon va accueillir
dans les prochaines années de nouveaux occupants:
les Archives générales du Royaume (centre
intermédiaire d'archives), l'Institut royal des
Sciences naturelles de Belgique (stockage de carottes
géologiques et fossiles), [...] A ce jour,
14.000 m² ont d'ores et déjà
trouvé preneur; les 6000 m² encore disponibles
ont été répartis en huit lots, de 200
à 1200 m² environ, qui pourraient être
aménagés pour accueillir des bureaux, PME,
HORECA etc." - mocht er iemand in één van
deze loten geïntereseerd zijn, dan kan hij/zij steeds
contact opnemen met info@triagelavoir.be.
Blijkbaar heeft in het Waalse Gewest niemand het mei-nummer
van onze e-nieuwsbrief gelezen...
CATALONIË:
In
voorbereiding van het 20-jarig lustrum van de verbroedering
tussen de VVIA en de Catalaanse vereniging voor
industriële archeologie (1989-2009) brengen wij in elke
e-nieuwsbrief een bijdrage over één of ander
aspect van het industrieel erfgoed van Catalonië. In
dit nummer gaan we in op:
Bier
in Catalonië
Omdat in
Zuid-Europa fruit meer dan voldoende suikers bevat om
rechtstreeks tot alcoholische dranken te vergisten, moet men
daar de moeilijke omweg niet volgen via gemout graan en de
omzetting van zetmeel tot suikers door diastasen. Wijn maken
van druiven, cider van appels,... is eenvoudiger maar kan in
onze Noordelijke streken niet. In het zuiden liggen vooral
de druiven aan de basis van wijn, congnac, armagnac en
soortgenoten, en wijnazijn. Bij ons vormen bier, jeneverf,
en graanalcohol het rijtje.
Opmerkelijk is echter dat Catalonië eveneens een rijke
biercultuur kent.
Spaanse onderzoekers vermelden dat het verbruik van bier op
het Iberische schiereiland ingevoerd werd met de komst van
de 'Vlaamse' vorsten, de in Brugge geboren Filips de Schone
(1478-1506) en vooral Karel V (cf. Francisco Fero
Parrondo: La
industria cervecera en
España,
in: Annales de Geografiá, 2005, 25, pp.
163-178). Karel
V (In Spanje Karel I)
liet in elk geval nadat hij zich uit het politieke leven
terugtrok een kleine brouwerij installeren in het klooster
van Yusto, ten noorden van Cáceres. Ze werd geleid
door Enrique
(Hendrik, Erik) Van der
Trehen, een
meester-brouwer uit Vlaanderen, een feit dat recent nog
benadrukt werd door de Fundación Academia Europa de
Yuste.
Het eerste bier werd in elk geval niet geapprecieerd in
Sapnje, en al de eerste producenten waren inwijkelingen.
Probleem was ook aan hop te geraken, waar Vlaanderen
blijkbaar de exclusiviteit van had.
Bier zou echter in de laatste decennia van de 19de eeuw
doorbreken - vermoedelijk als vervanging van wijn nadat de
wijnranken vernietigd waren door de uit Amerika afkomstige
phylloxera-parasiet
(druifluis). Deze werd in 1863 opgemerkt in de Gard-regio,
sloeg vanaf 1872 toe in de Zuid-Franse Roussillon, en
bereikte in 1887 de wijnvelden van de Penedès.
Noord-Spanje, waar de parasiet hard toegeslagen had gaf bij
de oprichting van brouwerijen de toon aan. In Asturië
werd in 1893 in Gijón de brouwerij 'La Estrella de
Gijón' opgericht door Suardiaz en Bachmaier met uit
Duitsland geïmporteerde installaties. Ook andere
brouwerijen in dezelfde streek (Oviedo, 1900) maakten
gebruik van Duitse uitrusting en know how. In Barcelona
werden, naast de brouwerij Damm (1876) voor het einde van de
19de eeuw nog vier andere brouwerijen opgericht. Ook in
Zaragoza, Santander, San Sebastián en Sevilla werd
bier gebrouwen. In Catalonië zou bier langzamerhand een
onderdeel worden van de smaakcultuur, en - opvallend -
ontstonden ook een aantal stokerijen die graanalcohol
produceerden (daarvan blijven er nu nog een handvol
over).
Bier is intussen één van de belangrijkste
dranken in Catalonië - je zegt er "cervesa" met een 's'
en niet met een 'z'. De regio houdt een aantal oude
biertradities in ere, bezit een 'Acadèmia
de la Cervesa'
(die trouwens van 2 tot 6 april e.k. een studiereis naar
Belgische brouwerijen organiseert en op zijn website ook
aandacht besteedt aan het
overlijden
van meester-brouwer Michel Slaghmuylder uit
Ninove) en een
vereniging
CerveArt
die zich inzet voor de verspreiding van de kennis van het
bier en o.m. cursussen organiseert over het zelf maken van
bier en over bier proeven.
Wanneer je van de luchthaven met de bus naar Barcelona
rijdt, dan kom je al onmiddellijk langs de grote
Damm-brouwerij
met zijn bekende 'Estrella'-bier, gelegen op het grondgebied
van de voorstad El Prat del Llobregat. De brouwerij werd in
1876 in het centrum van Barcelona opgericht om toen te
beginnen met het brouwen van een bier naar Straatsburgs
type, in 1905 verhuisde ze naar een nieuwe brouwerij (La
Bohèmia) in de Roselló-straat. In de loop van
de tweede helft van vorige eeuw zou Damm langzamerhand
andere lokale brouwerijen oplsorpen (o.m. in 1964 deze van
Gramenet) en filialen openen in València, Granada,
Sevilla, Múrcia, Mallorca en Ceuta. Vanaf 1975 werd
gebrouwen in El Prat, waar nu een ultramoderne nieuwe
brouwerij staat. Damm is een grootbrouwerij, die in Spanje
ook Budweiser in licentie commercialiseert.
Ook in Barcelona vinden we de brouwerij-mouterij
San Miguel .
Deze brouwerij werd in 1946 in Lleida (Lérida)
gesticht onder de naam 'La Segarra'. Door allerhande
administratieve en andere belemmeringen duurde het tot 1953
voordat de productie kon starten. In 1957 nam men de naam
'San Miguel Fábricas De Cerveza y Malta' aan. In 1966
werd een brouwerij geopend in Málaga en in 1969 een
andere in Burgos. In 1970 werd de Compañía
Hispano Holandesa de Cerveza overgekocht van de groep
Heineken-Unilever. De naam "San Miguel" zou voortkomen van
een Filippijnse Augustijner-brouwerij, waarvan de naam en de
rechten gekocht werden. Via via kwamen de aandelen in handen
van Danone, die ze in 2000 inbracht in de Spaanse
brouwerijgroep Mahou. Deze laatste werd in 1899 opgericht
door Casimiro Mahou Birhans uit Metz, en bezit nu eveneens
brouwerijen in Madrid en Guadalajara. Danone heeft 33% van
de aandelen van Mahou in handen.
Een bekend bier van deze brouwerij is de 'San Miguel 1516'
(een pilsbier van 5,4°)
Een derde brouwerij in Barcelona is de Cervezas
Moritz, de oudste
nog bestaande. In 1851 arriveerde Louis Moritz Trautman in
Barcelona om er een thans verdwenen kleine brouwerij te
leiden. Moritz was in 1830 geboren in Pfaffenhoffen in de
Elzas. In 1858 kocht hij het bedrijf van de oorspronkelijke
eigenaar Ernesto Ganivet. Een jaar later startte de
uitbreiding van Barcelona volgens de plannen van Ildefons
Cerdà, en daardoor kon de brouwer zijn markt
natuurlijk uitbreiden. In 1864 werd een grote nieuwe
brouwerij opgetrokken aan de Ronda de Sant Antoni, op de
grens tussen de oude en de nieuwe stad en vlakbij de Gran
Via en de universiteit, op de plaats waar ze nu nog
gevestigd is. Moritz baatte toen ook een café uit,
eens de oorsprong van FC Barcelona...
Omstreeks de jaren 1970 werd de productie echter stilgelegd,
maar in 2004 beslisten de nazaten van de stichter om het
oude merk terug in de omloop te brengen. De
oorspronkelijke brouwerij werd, naar plannen van de bekende
architect Jean Nouvel, omgevormd tot een ontspannings- en
gastronomisch centrum. Het opnieuw lanceren van het oude
biermerk is intussen één van de bekendste
voorbeelden inzake marketing geworden, én een niet
meer weg te denken onderdeel van de Barcelonese cultuur en
erfgoed.
Ook op andere plekken vinden we in Catalonië nog sporen
van brouwerijen terug.
In Lleida is de zetel van Mahou (waar San Miguel een
onderdeel van is). Alhoewel er hier niet meer gebrouwen
wordt transformeerde het bedrijf zijn oude gebouwen tot een
Centre
d'Interpretació
Industrial ,
een interpretatiecentrum voor de geschiedenis van het bier
en de eigen bedrijfsgeschiedenis. In het Frans gedeelte van
Catalonië (Catalunya del Norte, de Roussillon of liever
de 'Roselló') wordt gebrouwen in La Prade, en in twee
brouwerijen in Argeles de la Marenda
(Argelès-sur-Mer), w.o. de artisanale
Cerveseria
Artesanal de les Alberes.
Deze laatste werd in 1999 opgericht door Gregor Engler,
afstammeling van Henry Koenig die in 1838 de brouwerij
"Vieille Verrerie" in Petite Rosselle (Moesel)
oprichten. Zijn erfgenamen bleven deze bedrijvigheid
uitoefenen tot begin 1900. Zijn dochter, Elisabeth, was
gehuwd met de schooldirecteur van de bekende Wendel-mijnen
en lag aan de oorsprong van een lijn ingenieurs - de laatste
daarvan was Grégor die in Frans Catalonië in
1999 de oude brouwerstraditie terug zou opnemen. Of hoe een
balletje rollen kan...
Daarnaast zijn er in Catalonië een aantal kleine lokale
artisanale brouwerijen die vaak een origineel bier maken -
sommigen zouden goed op stap kunnen met onze 'Dolle
Brouwers' uit Esen. Vermelden we bv. het "Glops"-bier
uit L'Hospitalet de Llobregat, in drie varieteiten, la
fumada, la torrada y la negra . Ook microbrouwerijen en
café-brouwerijen duiken op, zoals La
Cervesera Artesana
in de Carrer S. Agustí in het centrum van Barcelona
en de Cervesa
Artesana i Ca lArenys
in Valls de Torroella (nabij Barcelona). Vorig jaar werd in
Mediona, midden in de bergachtige Penedès-wijnstreek
ten westen van Barcelona, de eerste Mostra
de la Cervesa Artesanal
georganiseerd,
samenvallend met de jaarlijkse kunst- en ambachtenmarkt. Een
tweede
editie is in elk geval gepland voor begin juni
2007 waarop een
selectie Belgische bieren zal vertegenwoordigd zijn.
En last but not least is er de Vlaamse kroeg
"Den
Zatte Pater"
aan het centraal park in Mataró, met meer dan 170
bieren van bij ons. Daarmee is de cirkel rond. Het wankele
stapje van Karel V tot zatte paters wordt hier
gezet.
En misschien hebben jullie intussen ook gemerkt dat je in
Spanje 18 jaar moet zijn om te mogen surfen op de websites
van de verschillende brouwerijen...
FRANKRIJK
:
Defiscalisatie van oude machines ?
Onze collega's
van CILAC signaleren dat er bij het Franse ministerie van
Cultuur een besluit ter ondertekening voorligt waarbij oude
machines en bedrijfsuitrustingen, die geen productieve
functie meer vervullen maar door bedrijven behouden worden
om hun erfgoedwaarde, vrijgesteld zouden worden van
belastingen. Dit is een gevolg van het rapport inzake
industriële architectuur en industrieel erfgoed dat de
prefect Loiseau in 1993, dus veertien jaar geleden, opstelde
en overhandigde aan de toenmalige minister Jacques Toubon -
en dat oorspronkelijk in de schuiven van het ministerie
verdween.
Het is alvast een interessante benadering die het behoud van
industrieel erfgoed bij nijveraars kan stimuleren. Wij
volgen dit op en houden onze lezers op de hoogte van zodra
meer geweten is over de aard en de draagwijdte van deze
maatregel.
GROOT-BRITTANNIE
Steenkool in Noord-Oost Wales
Wij wezen al
herhaaldelijk op de voortreffelijke manier waarop de Britse
televisie omgaat met geschiedenis en erfgoed - zie o.m. het
artikel over de Monumentenstrijd in het mei-nummer
van deze nieuwsbrief.
Zopas plaatste BBC Wales in haar sectie 'lokale
geschiedenis' een boeiende website
gewijd aan de steenkoolmijnen van Noord-Oost Wales
online. De website
is grotendeels gebaseerd op de programma's die Jon Gower
maakse samen met de historicus Alister Williams. Je vindt op
de website algemene informatie en historische achtergronden,
de geschiedenis van de belangrijkste uitbatingen, verhalen
van mijnrampen, stakingen en oproer, schitterende oude
foto's, familievertellingen, geluidsfragmenten, commentaren
en aanvullingen van bezoekers van de website,...
Op de toegangspagina vind je ook de links naar andere
historische projecten van BBC-Wales.
We vallen in herhaling - maar misschien kan onze VRT hieruit
de nodige lering trekken en inspiratie halen...
NEDERLAND
2007:
Jaar van de molens
Dit jaar is
uitgeroepen tot het Jaar van de molen. De Vereniging van de
Hollandsche molen wil in 2007 extra aandacht vragen voor
deze oerhollandse monumenten. De aftrap van het themajaar
vindt plaats in het Noordbrabants
Museum in 's
Hertogenbosch. In dit museum wordt vanaf 28 januari de
tentoonstelling 'Molens: van Rembrandt tot Mondriaan'
georganiseerd. De tentoostelling vertelt het verhaal van de
molen in de kunst. Verder kunt u schaalmodellen van molens
bekijken, ontdekt u de techniek achter de molen uitgelegd en
neemt u een kijkje in de toekomst van de molen. De
tentoonstelling is aansluitend te zien in Museum
Bredius in Den
Haag en in het Drents
Museum in Assen.
Voor meer informatie over het jaar van de molen vindt u op
de website www.jaarvandemolen.nl.
Als u meer wilt weten over de Verening de Hollandsche Molen,
kijkt u op www.molens.nl.
Veenendaal
- Hollandia-textielfabriek
Binnenkort
start de restauratie van de bedrijfspanden van de voormalige
Hollandia-textielfabriek
aan het Verlaat in Veenendaal. De fabrieksgebouwen staan al
25 jaar leeg en verkeren in erg slechte staat.
Met de restauratie blijft het laatste industriecomplex dat
nog herinnert aan de Veenendaalse wolindustrie behouden.
Ooit telde Veenendaal vele wolspinnerijen, en vormde daarmee
naast de traditionele textielcentra als Tilburg en Twente
een belangrijk industriegebied. Een markant onderdeel van de
Hollandiafabriek is de gemetselde schoorsteen, die dateert
uit 1899. Het jaartal is in gele baksteen op fraaie wijze
ingemetseld in de schoorsteenpijp.
Aangezien de 24 meter hoge schoor- steenpijp in zeer slechte
staat verkeert, zal de schoorsteen eerst worden gesloopt om
daarna weer te worden opgebouwd. Bij deze methode wordt de
schoorsteenpijp in zes stukken gezaagd, waarna de delen met
een kraan op de grond worden geplaatst. Hier zal het herstel
aan het voegwerk plaatsvinden, een klus die wordt uitgevoerd
door schoorsteenbouwer
Harm Meijer uit
ten Boer (Groningen).
De zaagmethode werd in 2006 voor het eerst toegepast bij een
fabrieksschoorsteen van een verffabriek in Sneek. Het
herstel van de Hollandia-schoorsteen wordt geraamd op ca. €
180.000. De gemeente subsidieert de restauratie met €
67.000. De kosten van afbraak en het herplaatsen van de
schoorsteen worden gefinancierd door de
projectontwikkelaar
BAM Vastgoed.
PUBLICATIES
Historische Vaartuigen
De Vlaamse
Vereniging tot Behoud van Historische Vaartuigen, VVBHV
vzw, verdeelt sinds midden 2006 een nieuwsbrief onder haar
aangesloten leden, eigenaars van historische vaartuigen. Om
de werking van de vereniging breder kenbaar te maken wil men
deze nieuwsbrief ook elektronisch verspreiden onder de
andere verenigingen en bij vrijwilligers die zich in
Vlaanderen met varend erfgoed bezig houden of er interesse
voor hebben. Men hoopt hiermee op termijn de onderlinge
contacten te verstevigen en op die manier mee te werken aan
een koepel voor het varend erfgoed in Vlaanderen.
Wie die deze nieuwsbrief wenst te ontvangen (10x per jaar is
het doel) kan een bericht sturen naar
vvbhv@hotmail.com
Meer info over de VVBHV kan u vinden op
hun website.
Spoorwegen
in België
In 1985
verzorgde de VVIA, ter gelegenheid van 150 jaar spoorwegen
in België, een herdruk van het eerste historisch
overzicht dat ooit over de Belgische spoorlijnen verscheen:
de 'Histoire des vingt-cinq premières
années des chemins de fer en Belgique' van A. de
Laveleye (1862).Dit werk (228 blz.) geeft lijn per lijn een
overzicht van alle spoorverbindingen die op het ogenblik van
de verschijning in uitbating of in aanleg waren, met
uitbatingscijfers, technische gegevens, informatie over
aandeelhouders en economische belangen, etc. Het is een
ongelooflijke bron van informatie voor het tijdperk waarin
de basis gelegd werd van het Belgische spoorwegnetwerk.
Aan deze uitgave werd een inleiding toegevoegd die de eerste
25 jaren van de spoorwegen kadert in de algemene
spoorweg-geschiedenis, van het eerste paarden-getrokken
lijntje aan Le Grand Hornu, tot het ontstaan van de NMBS, de
elektrificatie, de buurtspoorwegen en de Belgische
spoorwegbelangen in het buitenland (62 blz). Als naschrift
werd gekozen voor het 10 bladzijden lange romantische
gedicht van de Vlaamse dichter Karel Bogaerd, 'De Yzeren
Wegen in België' (1861):
- O spoorweg! bron
van zegeningen
- Die met een sterken
broederband
- De volken bindt, U
wil ik zingen
- Gy welvaert van myn
Vaderland (...)
Bij de verhuis van de VVIA
kwamen nog een aantal van deze boeken boven water.
Wij bieden ze nu aan onze leden aan tegen de prijs van 15
euro (verzending in België en naar Nederland
inbegrepen).
Wie geïnteresseerd is in één van deze
boeken stort het verschuldigde bedrag op bankrekening
462-7314161-68 van de VVIA met vermelding "... ex Spoorwegen
in België" (vanuit Nederland: IBAN: BE82 4627 3141
6168, BIC: KREDBEBB)
WEBSITES
40.000
Belgische historische postkaarten online
Met meer dan
40.000 historische postkaarten, foto's, knipsels en gravures
van steden, gebouwen, landschappen, monumenten en
kunstwerken in België uit het einde van de 19e en het
begin van de 20e eeuw biedt de topografische collectie van
de Gentse Universiteitsbibliotheek een unieke blik op het
culturele bouwpatrimonium van België. Gegroepeerd op
plaats en onderwerp wordt deze collectie nu online
aangeboden aan het publiek. Voor architecten, kunsthistorici
en erfgoedbeheerders is deze collectie van uitzonderlijk
belang omdat zij ook beelden bevat van een deel van het
historische patrimonium dat ondertussen verdwenen is.
De collectie zelf gaat terug op de verzameling Belgische
Documentatie, in het begin van de 20ste eeuw opgezet met als
doel het culturele erfgoed van ons land te inventariseren.
In 1970 werd een deel van deze documentatie door het ACL,
het huidige Koninklijk Instituut voor het Kunstpatrimonium,
geschonken aan het HIKO (Hoger Instituut voor
kunstgeschiedenis en Oudheidkunde) in Gent. In 2000 werd de
collectie overgebracht naar de Universiteitsbibliotheek waar
ze in 2006 werd gedigitaliseerd.
Bedrijven zijn nartuurlijk sterk in de minderheid, her en
der zijn er wel enkele opgenomen (zoals de stokerij Van
Thorenburg in Gent, in totaal 23 brouwerijen,...), stations
en ook een aantal grote openbare werken kun je er wel
vinden. Er zijn geen afbeeldingen van de steenkoolmijnen van
Beringen, Winterslag, Waterschei,... - wél een reeks
foto's van de mijnkerken, en daarnaast een hele reeks oude
Kempische hoevetjes. De foto's geven dus zeker geen
representatief beeld van hetgeen in ons land gebouwd
werd.
Jammer genoeg werden de oorspronkelijke Franse
beschrijvingen overgenomen (zodat men voor Kortrijk nog
spreekt over de 'Ecole Notre Dame des Anges' (O.L.V. ter
Engelen) en de 'Chapelle aux Puits' (de Putkapel). Jammer
ook dat men in hoofdzaak slechts op stad/regio kan zoeken,
en thematisch maar via een erg beperkt aantal
zoektermen.
Om deze website te bekijken moet ook Adobe Flash versie 9
geïnstalleerd zijn op je computer .
Wie de site wil bezoeken klikt
hier
Pannenstraat
In 2007
bestaat Schulen 900 jaar als parochie. De gemeente
Herk-de-Stad organiseert naar aanleiding hiervan een aantal
initiatieven.
Maar: de inwoners van de Pannestraat wilden niet
achterblijven!
Deze zomer organiseren ze een activiteit over de Schulense
pannen en de Schulense pannebakkers! Ze duiken in de
geschiedenis en zoeken uit hoe het nu zit met die bekende
Schulense pannen.
Ze openden alvast een eigen website: http://www.pannestraat.be
. Daar vertellen ze wat ze al gevonden hebben en
houden ze belangstellenden op de hoogte van hun initiatieven
en aktiviteiten. Alvast een mooi en aanbevelenswaardig
initiatief.
Toerisme
en Spoorpatrimonium
De vzw
'Patrimoine
Ferroviaire et Tourisme - Toerisme
en Spoorpatrimonium'
werd in 2005 opgericht door een aantal spoorwegliefhebbers.
De doelstelling van de vereniging is het verwerven, bewaren
en restaureren van oud, in onbruik geraakte, materieel van
de Belgische Spoorwegen. Dit materieel is eigendom van de
vereniging of van de leden die het aan de vereniging
toevertrouwen. Het gaat hoofdzakelijk over gemotoriseerd
rollend materieel maar ook andere getuigen van het verleden,
zoals seinhuizen, overwegen en typische spoorse objecten
worden bewaard.
De restauratie gebeurt volledig door vrijwilligers in hun
vrije tijd. Momenteel wordt het reeds gerestaureerde
materieel bewaard in ons Spoorwegmuseum te Saint-Ghislain
(Henegouwen). De vzw krijgt trouwens de steun van de Koning
Boudewijnstichting en giften kunnen via de KBS met
belastingsaftrek aan PFT-TSP overgemaakt worden.
De aktieve vzw heeft niet alleen een perfect tweetalige
website
maar op een eigen blog
kun je de wedervaren volgen van de type
64-locomotief die
de vereniging in Roemenië terugvond en het verhaal van
zijn terugreis (nu bezig) naar België
Waarom
industriële archeologie zo interessant is ...
Uit recent
onderzoek is het volgende gebleken :
Na opgravingen in de Russische bodem tot een diepte van
100meter hebben Russische wetenschappers resten gevonden van
koperdraden, met een geschatte leeftijd van zo'n 1000
jaar. De Russen hebben hieruit de conclusie getrokken dat
hun voorouders reeds 1000 jaar geleden beschikten over een
kopernetwerk !
Om niet achter te blijven zijn Amerikaanse wetenschappers
ook hun bodem gaan afgraven waarbij ze op een
diepte van 200 meter resten van glasvezels aantroffen.Deze
vezels bleken na onderzoek zo'n 2000 jaar oud te zijn,
waaruit de Amerikanen concludeerden dat hun voorouders reeds
2000 jaar geleden al een zeer geavanceerd digitaal
fibernetwerk in hun bezit hadden. En dat zo'n 1000 jaar voor
de Russen...
Een week later hebben de Belgen het volgende rapport
gepubliceerd: "Na opgravingen in de Belgische bodem, tot
op een diepte van 500 meter, hebben Belgische wetenschappers
helemaal niets gevonden."
De Belgen concluderen hieruit dat zo'n 5000 jaar geleden
de Oude Belgen reeds in het bezit waren van een draadloos
netwerk.
|