|
Jaargang 2007, nr 4 + 2008, nr 1
Het eerste nummer van 2008 is een extra-dik themanummer
gewijd aan de VLASVEZELBEREIDING
Dit speciaal nummer van Erfgoed is een uitloper een
stage-samenwerking tussen de Vlaamse Vereniging voor
Industriële Archeologie, de opleiding industrieel
erfgoed' aan de Université d'Artois in Arras en twee
Nederlandse vlasprojecten. Klein begonnen groeide deze
samenwerking tot een extra-dik nummer (80 blz): de
geschiedenis en het erfgoed van de vlasvezelbereiding bleken
een bijzonder rijk en fascinerend, maar nog grotendeels
onontgonnen thema.
Vlas (of Linum usitasisimum) is één van
de belangrijkste vezelplanten die reeds vanaf de steentijd
in cultuur gebracht werden. Linum' betekent vlas,
usitasisimum' betekent op veel manieren
bruikbaar'. Vlas is het industriegewas met de hoogst
toegevoegde waarde, waar naast de vezel ook de zaden
(lijnzaad) en alle afval' nuttige bestemmingen
vonden.
Vlas is onlosmakelijk verbonden met de cultuur van de Lage
Landen tussen Artesië en Friesland, en met
cultuur' als dusdanig.
In dit nummer volgende artikels:
- Redactionele
inleiding
- Lucie MALUTA: Behoud en herwaardering van
vlaserfgoed in Europa
De geschiedenis en het erfgoed van het vlas zijn
ongetwijfeld een thema met Europese dimensie. Vlas
vormde ook een factor van samenwerking en uitwisseling
tussen Europese regio's. Bij de studie van het
vlaserfgoed is samenwerking en uitwisseling van
informatie over de grenzen heen nodig, van Letland tot
Portugal, van Ierland tot Rusland.
- Adriaan LINTERS: De Vlasvallei
West-Vlaanderen was tijdens vorige eeuwen de
provincie bij uitstek voor de teelt en verwerking van
allerhande industriële gewassen: vlas, hennep,
oliehoudende zaden, tabak, hop, cichorei, kaardedistels.
Omstreeks 1880 namen de industriële teelten zo'n 8
à 9% van de West-Vlaamse bodemoppervlakte in.
Vooral vanaf de 19de eeuw zou de voorheen zowat overal in
de Nederlanden verspreide vlasteelt zich in een aantal
regio's concentreren, met op de eerste plaats de
Leievallei stroomop- en stroomafwaarts Kortrijk. In veel
publicaties wordt dit nog steeds toegeschreven aan de
'uitzonderlijke kwaliteit' van het Leiewater, maar tal
van andere factoren speelden een veel belangrijker
rol.
- Gerrit HERREMA: Vlas in Friesland: een afgesloten
tijdperk ?
De mogelijke teelt van cultuurgewassen in een
bepaalde streek is afhankelijk van een groot aantal
factoren zoals grondsoort, klimaat, het voor handen
hebben van (eenvoudige) gereedschappen of werktuigen om
de gewassen te verbouwen en om van de veldgewasse, en
vruchten voedingsmiddelen, kleding of bouwstoffen te
maken. Eén van die eeuwenoude cultuurgewassen
is vlas, de grondstof om linnen en lijnolie van te
maken
- Giel VAN HOOFF: Beeldverhaal: de handwever
Een beeld van de laatste handwever in Liempde aan het
10/4 el brede handdamastgetouw in 1956
- Adriaan LINTERS: De Geur van de Welstand. Vlas
roten - tussen wetenschap, techniek en
milieuhygiëne
Binnen het totale proces van de vlasvezelbereiding
neemt het roten, het 'losweken' van de vlasvezel van de
stengel, steeds een belangrijke plaats in - omdat hier de
basis gelegd wordt van de uiteindelijke kwaliteit van het
vlaslint. 'Roten' is een verrottingsproces d.m.v.
bacterieën, waarbij de vlasvezel die aan de
buitenkant van de stengel zit loskomt van de houtachtige
binnenstengel.
Naast roten in stromend water werd ook geroot in
stilstaand water van poelen en gegraven rootbekkens.
Tenslotte is er het 'dauwroten' of 'veldroten' waarbij
het vlas op het veld uitgespreid wordt en root onder
invloed van regen en dauw. In de loop van het einde van
de 19de en het begin van de 20ste eeuw zou het
biochemische proces van het roten ontrafeld worden, en
zouden pioniers nieuwe roottechnieken op punt
stelen.
- Luc SOENS: De vlaszwingelwindmolen 'Preetjes
Molen'
"Preetjes Molen" te Heule (nabij Kortrijk,
België) is de laatste vlaszwingelwindmolen in
Europa. De molen werd aan het einde van de tweede
wereldoorlog, op 14 april 1944, wettelijk beschermd als
monument. In 1990 werd de vzw 'Vrienden
van Preetjes Molen' opgericht, die de molen in
erfpacht nam en in 1992 - dus precies 15 jaar geleden -
met de eerste instandhoudingswerken startte, gevolgd door
een grondige restauratie in 1995-1996.
- Interview met Bert Dewilde. Het Nationaal
Vlasmuseum in Kortrijk
Tijdens de prospectietochten ondernomen in
Normandië en Nederland viel de grenzeloze
bewondering op van de collega's aldaar voor het
Kortrijkse vlasmuseum, een model dat ze maar al te graag
willen evenaren. In Normandië, waar de meeste
namen in de vlasnijverheid 'Vlaams' klinken, werd het
museum gewoonweg 'le musée mère du lin',
het moeder-museum van het vlas genoemd.
Een boeiend en meeslepend gesprek met de toen 83-jarige
oprichter en eerste conservator van het museum, over hoe
het begon en hoe het groeide.
- Frank WELGEMOED: "God gaf ons geen linnen, maar
vlas om te spinnen".
Websites en wat je soms over vlas op onvermoede plekken
op het internet vindt
- Ties STEEHOUWER: Het Nationaal Vlasserij- en
Suikermuseum in Klundert, Nederland
De gedachte om te komen tot de brede opzet van een
vlasserij-suikermuseum is ontstaan in 1998. De
'Vereniging tot behoud van cultuurhistorische
vlaswerktuigen' uit Noordhoek vroeg aandacht bij het
college van Burgemeester en Wethouders voor het gegeven,
dat het reeds bestaande vlasserijmuseum toen met sluiting
bedreigd was. Op zijn huidige, nieuwe locatie bestaat het
museum nu precies vijf jaar.
- klik hier voor de
kaft van het tijdschrift
Een recensie van het nummer vind je op
een Kortrijkse webblog
|