Erfgoed van Industrie en Techniek - Vlaams-Nederlands
Tijdschrift, nr. 2005/3
In het kader van de samenwerking tussen Vlaamse en
Nederlandse organisaties voor industriële archeologie, werden
het Vlaamse tijdschrift 'Industrieel Erfgoed' en het
Nederlandse 'Erfgoed van Industrie en Techniek' vanaf begin
2000 samengesmolten tot één gemeenschappelijk
Vlaams-Nederlands tijdschrift.
In Vlaanderen
wordt het tijdschrift verdeeld via de Vlaamse Vereniging voor
Industriële Archeologie vzw en is het abonnement inbegrepen in
de prijs van het VVIA-lidmaatschap.
Het derde nummer van 2005 bevat volgende bijdragen:
- A. LINTERS: Cement en beton
Tijdens de tweede helft van de 19de eeuw werd ijverig
gezocht naar nieuwe bouwtechnieken en -materialen, die de nadelen
van de oude constructietechnieken konden opvangen, die goedkoper
waren in materiaalgebruik en in arbeidsuren. Een
wanverhouding tussen vraag en aanbod van bouwmateialen (baksteen,
natuursteen, kalk, ijzer) was daaraan niet vreemd. De zoektocht
naar alternatieven voor de traditioneel gebruikte bouwmaterialen
leidde tot de ontdekking en toepassing van gewapend beton als
nieuw constructiesysteem.
- S. VERMEULEN: Gewapend beton als commercieel
product. Het studiebureau François Hennebique
(1842-1921).
Het bouwen met gewapend beton betekende op het einde van
de 19de eeuw het aanwenden van een nieuw materiaal, warvan de
werking en het gedrag op lange termijn nog niet volledig werden
begrepen. De Noord-Franse aannemer François Hennebique
(1842-1921) speelde in op deze situatie om zijn bedrijf uit te
bouwen. Op basis van bestaande systemen van gewapend beton en
eigen experimenten op de werf, ontwikkelde hij een betonsysteem,
dat hij patenteerde in 1892. Het systeem op zich was geen
grote vernieuwing. Wel wist hij op innovatieve wijze zijn
'uitvinding' te commercialiseren.
- R. DE MEYET en S. VANDE VOORDE: De
Preflex-balk (1951) van Abraham Lipski.
In maart 1956 wijdde het Belgische tijdschrift
Architecrure 56 een themanummer aan 'commerce et
industrie'. Het tijdschrift wordt uitgegeven onder leiding
van een aantal gerenommeerde architecten w.o. Victor Bourgeois,
Renaat Braem, Gaston Brunfaut, L.H. De Koninck, Leon Stynen,
Willy Van Der Meeren,... en bericht over de naoorlogse
modernistische architectuurproductie in België en in het
buitenland. Op de voorpagina van het themanummer staat het
interieur van een betonnen koeltoren afgebeeld, rechts onder
prijkt de gestileerde afbeelding van een stalen H-profiel waarvan
de onderflens is omhuld met beton: een Preflex-balk.
- R. GARCIA: Cement en wederopbouw. De
na-oorlogse uitbreidingen van de ENCI in Maastricht.
De ENCI (Eerste Nederlandse Cement Industrie) startte met
de productie van (portland) cement op de St.-Pietersberg op 7
september 1928, toen de eerste cementoven in gebruik genomen
werd. Deze eerste cementfabriek groeide daarna uit tot
één van de grootste complexen in Europa en is daarna
verscheidene malen uitgebreid. Dit artikel geeft een overzicht van
de uitbreidingen ná de Tweede Wereldoorlog. De
beschrijving van de installaties is interessant vanwege het
productieproces en vanwege de bouwkundige kenmerken. Het
complex bezit een monumentaliteit die nog steeds zichtbaar
is. De vestiging van een aantal grote gebouwen langs het
kanaal Luik-Maastricht is één van de factoren die
aan deze monumentaliteit bijdraagt.
- G. MOM: De geschiedenis van de auto en het
documentaire erfgoed in Nederland.
Om de geschiedenis van de auto goed te kunnen bestuderen,
is een zorgvuldig omgaan met de papieren erfenis van de
autobranche een eerste vereiste. De verhuizing van het Nederlands
Centrum voor Autohistorische Documentatie naar de Technische
Universiteit Eindhoven is een belangrijke stap in deze
richting.
- P. VAN DEN BOSSCHE: De interactie tussen normalisatie,
technologie en markt: De vroege ontwikkeling van de elektrische
auto als voorbeeld.
De normalisatie is een gegeven dat niet uit ons hedendaags
leven weg te denken is. Op velerlei gebied komen we in
aanraking met technische normen. De ontstaansgeschiedenis van deze
normen is een aspect dat in de industriële geschiedschrijving
meestal slechts op marginale wijze wordt behandeld. Door te
bestuderen van wat er omgaan binnen de normalisatie-comités
kanmen echter bijzondere inzichten verwerven in de technische,
sociale en economische ontwikkelingen in en bepaald domein.
In dit artikel wordt ingegaan op een typisch voorbeeld: de vroege
ontwikkeling (begin 20e eeuw) van het elektrisch aangedreven
voertuig.
klik
hier om je te abonneren