Erfgoed van Industrie en Techniek - Vlaams-Nederlands
Tijdschrift, nr. 2004/1

In het kader van de samenwerking tussen Vlaamse en
Nederlandse organisaties voor industriële archeologie, werden
het Vlaamse tijdschrift 'Industrieel Erfgoed' en het
Nederlandse 'Erfgoed van Industrie en Techniek' vanaf begin
2000 samengesmolten tot één gemeenschappelijk
Vlaams-Nederlands tijdschrift.
In Vlaanderen
wordt het nieuwe tijdschrift verdeeld via de Vlaamse Vereniging voor
Industriële Archeologie vzw en is het abonnement inbegrepen in
de prijs van het VVIA-lidmaatschap.
Dit eerste nummer van 2004 bevat een aantal bijdragen uitgesproken
tijdens de Vlaams-Nederlandse Ontmoetingsdagen voor Industriële
Archeologie in Beringen. Ter gelegenheid van het 25-jarig
bestaan van de Vlaamse Vereniging voor
Industriële Archeologie (VVIA) werd teruggeblikt op de
ontwikkelingen tijdens voorbije kwarteeuw van de studie, behoud en
ontsluiting van het industrieel erfgoed in omringende landen
Inhoud:
- Prof. dr. H.F.J.M. van den EERENBEEMT:
Industriële Archeologie in een ruimer perspectief.
De aandacht voor industriële archeologie is begonnen in
Engeland - de bakermat van de industriële revolutie - in de
jaren vijftig van de twintigste eeuw. Aanleiding was de zorg
die men zich daar begon te maken over de vele objecten uit de tijd
van de industriële revolutie die verloren gingen. Er kwam
toen een beweging op gang die gedragen werd door vrijwilligers van
diverse pluimage.
Prof. van den Eerenbeemt is één van de
grondleggers van de industriële archeologie in
Nederland. Hij beschrijft de stappen en stapjes van de
discipline, zoals hij die in voorbije kwarteeuw meemaakte.
- M. PATOU en Y. MAERTEN: Industrieel erfgoed in
Frankrijk: de achterstand ingehaald.
De Franse bevolking heeft zijn industrieel erfgoed lang
misprezen. Toch is men er, in een zeer korte tijdspanne, in
geslaagd deze onverschilligheid om te buigen naar
enthousiasme. De Noordfranse vereniging PROSCITEC,
Patrimoine et Mémoire des Métiers, actief in
de streek Nord-Pas-de-Calais doet zijn strategie uit de
doeken.
- Roland GÜNTER: Over de geschiedenis van vrijwaring van
de industriecultuur in Duitsland.
Roland Günter was reeds in 1978 één van de
gastsprekers bij de stichting van de VVIA. Vijfentwintig jaar
werken voor industriële monumenten later is hij opnieuw in
Vlaanderen en vertelt hij over hoe in Duitsland de voorbije
veertig jaar is geijverd voor behoud. Hij koppelt de rode
draad van deze geschiedenis aan zijn eigen biografie. Want hij was
de eerste die in Duitsland fabrieken tot industrieel erfgoed
uitriep. Hij heeft er het eerst over geschreven en als
monument laten beschermen.
- Stefaan HEYSE: De cokesfabriek van Zeebrugge 1901 - 1996 -
2004...
Mede onder invloed van Koning Leopold II wordt op het einde
van de 19de eeuw de kleine vissershaven van Zeebrugge omgebouwd
tot een volwaardige zeehaven. Twee strekdammen beschermen de
ingang van de haven. Een zeesluis scheidt de voorhaven van de
achterhaven en het Boudewijnkanaal.
Op 21 april 1900 ondertekende de Duitse 'Moselhütte
Aktiengesellschaft' een overeenkomst waarmee zij de terreinen
verwierf voor de bouw van een volledig nieuwe cokesfabriek. De
cokesfabriek van Zeebrugge, onder zijn laatste naam bekend als
'Carcoke' sloot de deuren in 1996. Alhoewel iedereen overtuigd is
van de unieke waarde van de site lijkt deze toch door sloping
bedreigd. Omwille van de bodemverontreiniging lijkt geen enkele
instantie bereid om alternatieve visies op sanering door behoud,
en behoud door sanering te ontwikkelen.
- Y. VERBRAECK: De geschiedenis van de Antwerpse
diamantnijverheid.
Het vernieuwde 'Provinciaal Diamantmuseum' opende in 2000 in
Antwerpen zijn deuren in het historische Sterhuis-pand vlak bij
het Centraal Station. Sindsdien heeft het uitsluitend grote
tentoonstellingen van diamantjuwelen georganiseerd. Die
spraken weliswaar tot de verbeelding van een zowel nationaal als
internationaal publiek, maar op enkele uitzonderingen na kon men
op die tentoonstellingen bijna alleen buiten België ontworpen
en vervaardigde juwelen bewonderen. Nergens werd echter
krachtig en duidelijk in de verf gezet dat een aantal van de in
die juwelen gezette geslepen diamanten uit Antwerpse slijperijen
afkomstig waren. Daarop had men juist de grootste nadruk
moeten leggen. Antwerpen is immers niet alleen het centrum
van de diamanthandel, maar ook van het diamantslijpen.
- H. KLEEREBEZEM: Techniekmuseum HEIM, 'toekomstige parel in
het hart van Zuid'.
Op 2 oktober 1983 werd de stichting HEIM (Hengelo's Educatief
Industrie Museum) opgericht door leden van de werkgroep
Industriële Archeologie van de Stichting Oald Hengel, de
plaatselijke Oudheidkamer. De doelstellingen werden
omschreven als: "In Hengelo een Techniekmuseum te exploiteren
waarin op educatieve en onderhoudende wijze een overzicht wordt
gegeven van de industriële geschiedenis van Hengelo en
omgeving sedert het begin van de 19de eeuw met een prognose naar
de toekomst, teneinde onderwijs-ondersteunend te fungeren,
waardoor de belangstelling voor en de kennis van de techniek wordt
gekweekt".
Tussen 2004 en 2006 staan er grote ontwikkelingen van het museum
in het vooruitzicht.
klik
hier om je te abonneren

