VERENIGINGEN
ZONDER WINSTOOGMERK

De Belgische Grondwet legde in 1830 het beginsel van de vrijheid van vereniging vast:  "alle Belgen hebben het recht van vereeniging" (art. 20) , een recht dat sedertdien niet aan een preventieve maatregel kan onderworpen worden. Het duurde echter bijna honderd jaar voor dit mooie principe bij wet bekrachtigd werd.
Op 24 mei 1921 werd de Wet betreffende de vrijheid van Vereniging goedgekeurd, onmiddelijk gevolgd door de
wet van 27 juni 1921 op de "verenigingen zonder winstgevend doel".

De Wet van 24 mei 1921 bepaalde in artikel 1: "De vrijheid van vereeniging op elk gebied is gewaarborgd. Niemand kan gedwongen worden van eene vereeniging deel uit te maken of daarvan niet deel uit te maken", en in artikel 2: "Alwie, op zijne aanvraag, lid wordt van eene vereeniging, verbindt zich, door zijne toetreding, zich te onderwerpen aan het reglement dier vereeniging, alsmede aan de beslissingen en strafmaatregelen, krachtens dit reglement getroffen. Te allen tijde kan hij uit de vereeniging treden mits inachtneming van het reglement; elke reglementsbepaling, waardoor deze vrijheid zou worden opgeheven, wordt voor niet bestaande gehouden"

Door de toenmalige wetgever werd streng opgetreden tegen alle dwangmaatregelen om iemand te dwingen al dan niet deel uit te maken van een vereniging.
"Met gevangenisstraf van acht dagen tot ééne maand en geldboete van 50 tot 500 frank of met slechts ééne dezer straffen wordt gestraft hij, die, om een bepaalden persoon te dwingen deel uit te maken van eene vereeniging of daarvan niet deel uit te maken, zich tegenover hem schuldig maakt aan feitelijkheden, gewelddaden of bedreigingen, ofwel hem doet vreezen dat hij zijne betrekking zal verliezen of dat zijn persoon, zijn gezin of zijn vermogen schade kunnen lijden" (artikel 3), en "Met dezelfde straffen wordt gestraft alwie kwaadwillig, met het doel de vrijheid van vereeniging te krenken, het sluiten, het uitvoeren of, zelfs wanneer hij de gebruikelijke opzeggingen in acht neemt, het voortzetten van eene arbeids- of dienstovereenkomst afhankelijk stelt hetzij van de aansluiting, hetzij van de niet-aansluiting van een of meer personen bij eene vereeniging" ...

Na de tekst van de wet van 27 juni 1921 vindt U nog verbindingen naar een aantal nuttige websites

terug naar statuten Vlaamse Vereniging voor Industriële Archeologie VVIA Vlaamse Vereniging voor Industriële Archeologie

Vlaamse Vereniging voor Industriële Archeologie terug naar homepage Vlaamse Vereniging voor Industriële Archeologie

 

 

 

WET VAN 27 JUNI 1921

"waarbij aan de vereenigingen zonder winstgevend doel en aan de instellingen van openbaar nu rechtspersoonlijkheid wordt verleend"  

De eerste besprekingen voor een wet die het bestaan, de organisatie en het juridische statuut van verenigingen zou bepalen, begonnen reeds in 1909 - toen het eerste wetsvoorstel over dit onderwerp neergelegd werd. Na de eerste wereldoorlog werd in 1919 in volle internationalisme in België een wet goedgekeurd "tot verlening van rechtspersoonlijkheid aan de internationale verenigingen met menslievend, godsdienstig, wetenschappelijk, artistiek en pedagogisch doel". Twee jaar later werd een wet goedgekeurd die ook rechtspersoon zou verlenen - onder bepaalde voorwaarden - aan Belgische verenigingen en instellingen van openbaar nut.
Deze wet van 1921 is sedertdien (op een recente kleine wijziging na) van toepassing en regelt in grote mate het verenigingsleven in België. Op dit ogenblik wordt wel gewerkt aan de eerste grondige aanpassing van deze wet, maar een termijn waarbinnen dit zou gebeuren kan niet vooropgesteld worden.

We geven ter informatie aan de leden van de Vlaamse Vereniging voor Industriële Archeologie hierbij de gedeelten van deze wet die betrekkingen hebben op de "verenigingen zonder winstgevend doel" - thans algemeen "verenigingen zonder winstoogmerk" geheten.

 

Uitreksels uit de wet :

 

Artikel 1

De vereeniging zonder winstgevend doel geniet rechtspersoonlijkheid, indien zij aan de hierna gestelde vereischten voldoet. De vereeniging zonder winstgevend doel is die, welke niet nijverheids- of handelszaken drijft of welke niet tracht een stoffelijk voordeel aan hare leden te verschaffen.

Artikel 2 

De statuten eener vereeniging zonder winstgevend doel moeten vermelden:

1° De benaming der vereeniging en de plaats, waar zij haren zetel heeft. Die zetel moet in België gevestigd zijn;
2° Het doel of de doeleinden, waarvoor zij is opgericht;
3° Het minimum-getal leden. Dit getal mag niet minder bedragen dan drie;
4° De namen, de voornamen, het beroep, de woonplaats, de nationaliteit van de leden en, wanneer de leden niet de Belgische nationaliteit bezitten, in voorkomend geval, hun inschrijving in het bevolkingsregister;
[opmerking]
5° De voorwaarden gesteld tot het toelaten en het uittreden van de leden;
6° De bevoegdheden der algemeene vergadering en de wijze waarop deze wordt bijeengeroepen, alsmede de wijzen waarop hare besluiten ter kennis van de leden en van derden worden gebracht;
7° De wijze, waarop de beheerders worden benoemd, en dezer bevoegdheden;
8° Het maximum-bedrag der bijdragen of der stortingen waartoe de leden van de vereeniging verplicht zijn
9° De wijze waarop rekening en verantwoording moet gedaan worden.
10° De na te komen regeling tot het wijzigen der statuten.
11° De bestemming van het vermogen der vereeniging ingeval deze wordt ontbonden.

Die vermeldingen worden in een authentieke of onderhandsche akte vastgesteld.

Artikel 3

De vereeniging bezit rechtspersoonlijkheid vanaf den dag, waarop hare statuten, de namen, de voornamen, het beroep en de woonplaats van hare overeenkomstig de statuten aangewezen beheerders in de bijlagen van het Belgisch Staatsblad zijn bekendgemaakt.

Artikel 4

Voor de navolgende zaken wordt eene beraadslaging van de vergadering vereischt:
1° Het wijzigen der statuten;
2° Het benoemen en het afzetten van de beheerders;
3° Het goedkeuren van de begrootingen en rekeningen;
4° Het ontbinden van de vereeniging.

Artikel 5

De vergadering moet door de beheerders bijeengeroepen worden in de gevallen voorzien bij de statuten, of wanneer een vijfde van de leden zulks aanvraagt.

Artikel 6 

Al de leden der vereeniging moeten voor de Algemeene Vergaderingen opgeroepen worden. De dagorde moet bij den oproepingsbrief gevoegd zijn. Elk voorstel, dat ondertekend is door een getal leden, bedragende een twintigste deel van het op de jaarlijksche lijst voorkomend aantal, moet op de agenda worden gebracht.
De leden kunnen zich op de Algemeene Vergadering laten vertegenwoordigen door een ander lid of, zoo de statuten het toelaten, door een derde.

Artikel 7

Al de leden hebben gelijk stemrecht op de algemeene vergadering en de besluiten zullen worden genomen bij meerderheid der stemmen van de aanwezige leden, behalve in de gevallen waarin de statuten of de wet het anders voorzien.
Bij het nemen van besluiten mag niet van de agenda afgeweken worden, tenzij de statuten zulks uitdrukkelijk toelaten.

Artikel 8

De algemeene vergadering kan over de wijzigingen in de statuten alleen dan geldig beraadslagen wanneer het voorwerp daarvan bijzonder is vermeld in den oproepingsbrief en wanneer twee derden van de leden op de vergadering aanwezig zijn. Tot geen wijzigingen kan worden besloten tenzij met eene meerderheid van twee derden ders temmen.
Echter, wanneer de wijziging een der doeleinden betreft, waarvoor de vereeniging werd opgericht, is zij slechts geldig wanneer zij door de ter vergadering aanwezige leden eenparig goedgekeurd wordt.
Zijn twee derden van de leden op de eerste vergadering niet aanwezig, dan kan een tweede vergadering bijeengeroepen worden; deze kan beraadslagen, welk het getal der aanwezige leden ook zij; deze beslissing moet echter door de burgerlijke rechtbank bekrachtigd worden.

Artikel 9

Elke wijziging in de statuten moet, binnen ééne maand nadat er toe besloten is, in de bijlagen van het Staatsblad bekendgemaakt worden. Hetzelfde geldt voor elke benoeming, ontslagneming of afzetting van een beheerder.

Artikel 10

Een lijst waarin alle leden van de vereeniging naar alfabetische orde van hun naam zijn vermeld, met opgaaf van hun voornamen, woonplaats en nationaliteit, wordt binnen de maand na de bekendmaking van de statuten neergelegd op de griffie van de Burgerlijke Rechtbank van de plaats waar de vereeniging hare zetel heeft. Wanneer de leden niet de Belgische nationaliteit bezitten, wordt bovendien, in voorkomend geval hun inschrijving in het bevolkingsregister vermeld. [opmerking] Elk jaar wordt de lijst aangevuld met een opgaaf, naar alfabetische orde opgemaakt, van de wijzigingen die zich met betrekking tot de leden hebben voorgedaan. Een ieder kan van die lijst kosteloos inzage nemen.

Artikel 11

Al de akten, facturen, aankondigingen, uitgaven en andere stukken, uitgaande van de vereeniging zonder winstgevend doel, moeten de benaming der vereeniging vermelden met, onmiddellijk daarvoor of daarna, deze leesbaar en voluit geschreven woorden: Vereeniging zonder winstgevend doel. [opmerking]

Artikel 12

Elk lid eener vereeniging zonder winstgevend doel staat het vrij uit de vereeniging te treden door het indienen van zijn ontslag bij de beheerraad. Elk lid, dat de door hem verschuldigde bijdragen niet betaalt, wordt geacht ontslag te nemen.
De uitsluiting van een lid kan slechts door de algemeene vergadering en met meerderheid van twee derden der stemmen uitgesproken worden.
Het lid, dat ontslag neemt of dat wordt uitgesloten, heeft geen aanspraak op het maatschappelijk bezit en kan niet de teruggave eischen van de door hem betaalde bijdragen, tenzij het anders is bepaald door de statuten.

Artikel 13

De beheerraad leidt de zaken der vereeniging en vertegenwoordigt deze bij elke gerechtelijke en buitengerechtelijke akte. Hij kan, onder zijne verantwoordelijkheid, zijne bevoegdheden delegeren aan een zijner leden of zelfs, indien de statuten of de algemeene vergadering het toelaten, aan een derde.
Hij is verplicht jaarlijks de rekening over het verloopen dienstjaar en de begrooting voor het volgende dienstjaar aan de goedkeuring der algemeene vergadering te onderwerpen.

Artikel 14

De vereeniging is aansprakelijk voor de misgrepen, die kunnen toegeschreven worden, hetzij aan hare aangestelden, hetzij aan de organen, waardoor haar wil wordt uitgevoerd. Door de beheerders wordt geene persoonlijke verplichting aangegaan betreffende de verbintenissen van de vereeniging. Hunne aansprakelijkheid is beperkt tot de vervulling van de hun gegeven opdracht en tot de in hun beheer bedreven misgrepen.

Artikel 15

De vereeniging kan in eigendom of anderszins, slechts de vaste goederen bezitten welke noodig zijn tot het bereiken van het doel of van de doeleinden, waarvoor zij is opgericht. [...]

Artikel 16 [opmerking]

Tot elke schenking onder de levenden of bij testament ten bate eener vereeniging zonder winstgevend doel, moet machtiging worden verleend door een met redenen omkleed Koninklijk Besluit. Deze machtiging is evenwel niet vereist voor de aanvaarding van roerende schenkingen waarvan de waarde niet hoger is dan (tweehonderdduizend) frank.
Die machtiging wordt alleen dan verleend wanneer de vereeniging de bepalingen van artikel 3 en 9 heeft nageleefd en indien zij hare jaarlijksche rekeningen, vanaf hare oprichting of althans over de laatste tien dienstjaren, ter griffie van de burgerlijke rechtbank heeft neergelegd.

Artikel 17

De schenkingen onder de levenden of bij testament ten bate eener vereeniging zonder winstgevend doel laten de rechten van de schuldeischers of reservatoire erfgenamen der begiftigers of erflaters onverkort. Zij kunnen de nietigverklaring der handelingen, ten nadeele van hunne rechten verricht, voor de rechtbanken vervolgen.

Artikel 18

De burgerlijke rechtbank der plaats, waar de vereeniging is gevestigd, kan, op verzoek van een lid, van een belanghebbende derde of van het openbaar ministerie, de ontbinding uitspreken van de vereeniging, die niet in staat is te voldoen aan de verbintenissen welke zij heeft aangegaan, die haar vermogen of de inkomsten van haar vermogen aanwendt tot andere doeleinden dan die, waarvoor zij werd opgericht, of die hare statuten, de wet of de openbare orde ernstig schendt.
De rechtbank, al wijst zij den eisch tot ontbinding af, kan niettemin de nietigverklaring van de aangeklaagde akte uitspreken.

Artikel 19

Wordt eene vereeniging zonder winstgevend doel door de rechtbank ontbonden, dan stelt de rechtbank een of meer vereffenaars aan, die, na vereffening van het passief, de bestemming der goederen vaststellen. 
Deze bestemming kan geen andere zijn dan die, voorzien door de statuten of aangewezen door de algemeene vergadering, welke de vereffenaar of de vereffenaars bijeengeroepen. Zwijgen de statuten dienaangaande of wordt door de algemeene vergadering geene beslissing genomen, dan geven de vereffenaar of de vereffenaars aan de goederen eene bestemming, die zoveel mogelijk overeenkomt met het doel, waarvoor de vereeniging werd opgericht.
De leden, de schuleischers en het openbaar ministerie kunnen bij de rechtbank in beroep komen van de beslissing van den vereffenaar of van de vereffenaars.

Artikel 20

De Algemeene Vergadering kan alleen dan de ontbinding der vereeniging uitspreken wanneer twee derden van hare leden aanwezig zijn. Wordt aan dit vereischte niet voldaan, dan kan een tweede vergadering bijeengeroepen worden; door deze wordt geldig beraadslaagd, welk het getal aanwezige leden ook zij. Geen beslissing wordt aangenomen, zoo zij niet de meerderheid van twee derden der aanwezige leden vereenigt.
Elke beslissing betreffende de ontbinding, genomen door eene vergadering waarop niet twee derden van de leden der vereeniging aanwezig zijn, moet door de burgerlijke rechtbank bekrachtigd worden.

Artikel 21

Tegen het vonnis, waarbij wordt uitgesproken hetzij de ontbinding van eene vereeniging, hetzij de nietigverklaring van eene harer handelingen, kan beroep ingesteld worden.
Dit geldt ook voor het vonnis, dat uitspraak doet over de beslissing van den vereffenaar of van de vereffenaars ofwel over de bekrachtiging van eene beslissing der algemeene vergadering.

Artikel 22

Bij gebrek aan bepaling in de statuten, bepaalt de beslissing der bestemming der goederen.
In dit geval geschiedt de vereffening door een of door meer vereffenaars, die daarmee worden belast hetzij bij toepassing van de statuten, hetzij krachtens een besluit der algemeene vergadering, hetzij, bij gebrek daarvan, krachtens eene beslissing der rechtbank, waartoe elke belangstellende of het openbaar ministerie optreden kan.

Artikel 23

De besluiten der Algemeene Vergadering en de beslissingen der rechtbanken betreffende de ontbinding der vereeniging, de voorwaarden der vereffening en de benoeming der vereffenaars, alsmede de namen, het beroep en de woonplaats van de vereffenaars, worden, bij zijze van uittrekseks, bekend gemaakt in de bijlagen van het Staatsblad.

Artikel 24

Van het actief kan slechts gebruik gemaakt worden na vereffening van het passief.

Artikel 25

De bestemming der goederen wordt in de bijlagen van het Staatsblad bekendgemaakt.
Zij mag de rechten van derden niet schaden.
De vordering der schuldeischers verjaart door verloop van vijf jaren vanaf de bekendmaking.

Artikel 26

Ingeval de bekendmaking en de formaliteiten, voorgeschreven door artikelen 3, 9, 10 en 11, werden verzuimd, kan de vereeniging zich niet op de rechtspersoonlijkheid beroepen tegenover derden; deze zijn echter wel gerechtigd ze in te roepen tegenover de vereeniging.
Hetzelfde geldt wanneer drie vijfden van de leden niet de Belgische nationaliteit bezitten dan wel geen in het Rijk gevestigde vreemdelingen zijn, ingeschreven in het bevolkingsregister en verblijf houdende in België
[opmerking]

 

 

terug naar statuten Vlaamse Vereniging voor Industriële Archeologie VVIA Vlaamse Vereniging voor Industriële Archeologie

Vlaamse Vereniging voor Industriële Archeologie terug naar homepage Vlaamse Vereniging voor Industriële Archeologie

 

 

 

 

 

 

 

 

* Opmerking bij artikel 11 : in het huidige rechtsgebruik wordt de afkorting "vzw" algemeen aanvaard i.p.v. deze verouderde en taalkundig onjuiste volledige vermelding

* Opmerking bij artikel 16: Aldus aangevuld door art. 5 van de Wet van 11 maart 1954, art. 1 van de wet van 16 maart 1962 en het bedrag achteraf aangepast bij wet van 10 maart 1975.

* Opmerking bij art.. 2, 10 en 26: Deze nationaliteitsvereiste bleek in tegenspraak met de huidige Europese regelgeving en zal binnenkort geschrapt (moeten) worden. Het Europese Hof van Justitie stelde nl. vast dat deze bepaling in strijd is met het Europees Verdrag dat elke discriminatie op grond van de nationaliteit verbindt.
Derhalve zullen

  • in art. 2, eerste lid, 4° de woorden "en, wanneer de leden niet de Belgische nationaliteit bezitten, in voorkomend geval, hun inschrijving in het bevolkingsregister" geschrapt worden;
  • in art. 10 de woorden "Wanneer de leden niet de Belgische nationaliteit bezitten, wordt bovendien, in voorkomend geval hun inschrijving in het bevolkingsregister vermeld" geschrapt worden
  • het art. 26, tweede lid, opgeheven worden.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 



websites i.v.m. vzw-statuten

Belgisch Staatsblad

VSDC - Vlaams Studie en Documentatiecentrum voor vzw's

Ministerie van economische zaken - informatie over vennootschaps- en verenigingswetgeving

vennootschappen en rechtspersoonlijkheid

 

terug naar statuten Vlaamse Vereniging voor Industriële Archeologie VVIA Vlaamse Vereniging voor Industriële Archeologie

Vlaamse Vereniging voor Industriële Archeologie terug naar homepage Vlaamse Vereniging voor Industriële Archeologie

 

 

 

 

terug

terug naar statuten Vlaamse Vereniging voor Industriële Archeologie VVIA Vlaamse Vereniging voor Industriële Archeologie

Vlaamse Vereniging voor Industriële Archeologie back to homepage  VVIA / Flemish Association for Industrial Archaeology