Veerle JACOBS: Limburgs-Haspengouw. Een fruitstreek met traditie. (Borgloon, Fruitstreekmuseum vzw, 1997, 286 blz.)
Dit boek geeft een antwoord op de vraag wanneer, waarom en hoe Zuid-Limburg uitgroeide tot dé Belgische fruitstreek bij uitstek.
Het eerste deel laat de lezer kennismaken met Limburgs-Haspengouw
en met de fruitteelt. De plaats van de hedendaagse fruitteelt in
Europees perspectief wordt belicht, de evolutie van het fruitareaal
in België en de rol die de regio daarin speelde tijdens de
voorbije anderhalve eeuw. Hoe de natuur door de specifieke
bodemgesteldheid en een aantal klimatologische omstandigheden de
streek voorbestemde om uit te groeien tot het hart van de Belgische
fruitteelt wordt verklaard.
In dit deel krijgt de lezer ook een inzicht in alles wat te maken
heeft met het behandelen en verzorgen van de boomgaarden:
boomverzorging, bemesting, ziekten-, ongedierte- en
onkruidbestrijding,... De wijze van aanpak verandert naarmate de
wetenschappelijke vooruitgang tot het platteland doordringt.
Het tweede deel gaat in grote mate in op het tijdperk van vóór de commercialisering van het Haspengouws fruit. Wat was de rol van de Romeinen, van monniken en kasteelheren bij de introductie van de fruitteelt ? Hoe verzorgde men de boomgaarden tijdens het Ancien Régime ? Hoe verliep de relatie tussen stedelijke kernen en het platteland ? Hieruit blijkt hoe fruit, fruitbomen - maar ook druiven en wijn in de regio al eeuwenlang verbonden waren met het dagelijkse leven.
Het derde deel van het boek behandelt uitgebreid het ontstaan en
de groei van de commerciële fruitteelt. Tot omstreeks 1880
bleef deze al bij al van beperkt belang. Nadien werd het een
economische bedrijvigheid waar hele gemeenschappen van afhankelijk
waren. Tot omstreeks 1930 leefden fruitteelt en veeteelt in symbiose,
nadien groeiden beide takken uit elkaar.
In dit deel komen o.m. de wisselwerking tussen de telers en de
fruithandel, van 'magazijnverkoop' tot veilingen, teeltvernieuwingen,
scholing en wetenschappelijk onderzoek aan bod. Daarnaast is er de
fruitverwerkingsnijverheid (o.m. stroop, fruitsappen,...) en waren er
de nevenberoepen (mandenvlechters, tonnenmakers, de fabriekjes die
fruitkisten maakten,...).
Het boek biedt een rijk beeld van het teelten, verhandelen en verwerken van appelen, peren, kersen, pruimen,... en van de nijverheden, ambachten en beroepen die daarmee verband houden. Het is rijk geïllustreerd met oude foto's en prenten, recente opnamen, kaarten en grafieken.
De uitgave kan besteld worden bij de vzw Fruitstreekmuseum, p/a Willy Vandormael, Sittardstraat 56, B-3840 Borgloon