Erfgoed van Industrie en Techniek - Vlaams-Nederlands
Tijdschrift, nr. 2003/2

In het kader van de samenwerking tussen Vlaamse en
Nederlandse organisaties voor industriële archeologie, werden
het Vlaamse tijdschrift 'Industrieel Erfgoed' en het
Nederlandse 'Erfgoed van Industrie en Techniek' vanaf begin
2000 samengesmolten tot één gemeenschappelijk
Vlaams-Nederlands tijdschrift.
In Vlaanderen
wordt het nieuwe tijdschrift verdeeld via de Vlaamse Vereniging voor
Industriële Archeologie vzw en is het abonnement inbegrepen in
de prijs van het VVIA-lidmaatschap.
Dit tweede nummer van 2003 bevat volgende bijdragen:
- Ir. C.H. VAN ELDIK: De zweefbrug. Een brugtype
dat de opkomst van de auto niet overleefde;
In 1893 kwam in het Spaanse Portugalete, zo'n 20
kilometer ten noorden van Bilbao, de zweefbrug over de Nervion
gereed. Het is de eerste brug van dit type ter wereld, waarvan er
tot nog toe slechts tweeëntwintig zijn gebouwd, de meeste
daarvan in Europa. Dit artikel beschrijft in het kort het ontstaan
en de ontwikkeling van dit brugtype. In Engeland, Duitsland,
Frankrijk en Spanje liggen nog zes bewaard gebleven historische
zweefbruggen.
- J. KINGMA: Oberwasser in Henrichenburg. Herstel
van een lokale technotoop.
De scheepslift van Henrichenburg is één van de
grootste technische monumenten in West-Europa. Nadat het gevaarte
in 1970 obsoleet was geworden door de bouw van een nieuwe
scheepslift, dreigde sloop. Gelukkig heeft men dit unieke
monument weten te redden van de snijbrander. Het kreeg in
1979 de status van beschermd monument en in 1992 werd het
onderdeel van het Westfälisches Industriemuseum.
- K.P.J. JANSE: Muziekreproduktie in het begin van de
twintigste eeuw.
Kort voor 1900 begint het tijdperk van de muziekreproductie
met de komst van de fonograaf, de grammofoon en de pianola. Tot
die tijd was muziek alleen reproduceerbaar geweest op een
mechanische manier, met behulp van bijvoorbeeld speeldozen en
draaiorgels. Het is een hardnekkig misverstand dat de pianola een
voorloper zou zijn geweest van de grammofoon. Beide kwamen
tegelijk in het begin van de twintigste eeuw tot bloei. Het
princiepe van de pianola (plµneumatiek) was door Europese
uitvinders bedacht en werd in de USA verder ontwikkeld. Daar
zou de pianola uitgroeien tot een groot commercieel succes, maar
ook in west-Europa liepen de productie- en verkoopcijfers in de
honderdduizenden.
- S. LANGEWEG: Lucas Verwer & Zonen,
motorenbouwers. Het geheim van de smid.
Omstreeks 1900 nam het gebruik van verbrandingsmotoren snel
toe. Met de toegenomen vraag naar motoren steeg ook het
aantal producenten. In het eerste decennium van de twintigste
eeuw ontstond in Nederland een twaalftal grotere specifieke
motorenfabrieken.
klik
hier om je te abonneren

